Tabel 4.1: Middelen, opbrengst en rendement (treasury-functie)
Rekening 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2017 | Rekening 2017 | |
Middelen op 31 december (x € 1 mln.) | 185 | 109 | 109 | 157 |
Middelen gemiddeld (x € 1 mln.) | 164 | 132 | 132 | 173 |
Opbrengst (x € 1.000) | 202 | 175 | 175 | 183 |
Rendement (%) | 0,12% | 0,13% | 0,13% | 0,11% |
Onder het begrip Middelen wordt verstaan de gelden die in rekening courant worden aangehouden bij de Schatkist (het schatkistbankieren) en de leningen die zijn verstrekt aan gemeenten (het onderling lenen aan openbare lichamen).
Omvang middelen 2017 (per jaareinde en gemiddeld)
Conform verwachting zien we in 2017 een afname van de middelen, van € 185 mln. eind 2016 naar € 157 mln. eind 2017. Deze afname wordt voornamelijk veroorzaakt door de grote infrastructurele- en investeringsprojecten.
Omvang opbrengst 2017
Er is in de Programmabegroting 2017 uitgegaan van de opbrengst over de op dat moment reeds verstrekte leningen aan gemeenten. Vanwege de lage tarieven (en de teruglopende liquiditeitenomvang in de tweede helft van 2017) hebben er geen nieuwe uitzettingen plaatsgevonden. Over de middelen die waren ondergebracht bij de schatkist bedroeg de rentevergoeding zoals verwacht 0%.
Rendement 2017
Het rendement (%) is licht lager dan het geraamde percentage in de Programmabegroting 2017 (na wijziging). Dit komt doordat het gemiddelde saldo van de middelen hoger was dan begroot en deze middelen volledig bij de schatkist zijn ondergebracht tegen een rentevergoeding van 0,0%. Daardoor is het gemiddeld rendement gedaald.
Trend 2013-2017
Over de afgelopen 5 jaren is er sprake van een toegenomen omvang van de middelen, zoals onderstaande grafiek 4.1 aantoont. Deze toename vlakt het laatste jaar af, voornamelijk veroorzaakt door een aantal grotere investeringsprojecten.
Grafiek 4.1: Gemiddelde omvang middelen
Grafiek 4.2: Behaald rendement
Grafiek 4.2 toont het verloop van het behaalde rendement en laat zien dat sinds 2013 het rendement fors daalt en de laatste 4 jaar maar net boven de 0% ligt.
Activiteiten vermogensbeheerder
Het afgelopen jaar waren er weinig contactmomenten met de vermogensbeheerder en zijn er geen nieuwe beleggingen/uitzettingen gedaan. De meerjarige liquiditeitenplanning bood weinig ruimte voor het verstrekken van nieuwe leningen aan openbare lichamen.
In juni 2016 heeft onze vermogensbeheerder (ASR Vermogensbeheer), op verzoek van de provincie, de volgende schattingen afgegeven voor de rente op Onderhandse Leningen Publieke Sector in 2017:
- looptijd 1 jaar: 0,00%
- looptijd 5 jaar/fixe: 0,50%
- looptijd 10 jaar/fixe: 1,00%
- looptijd 10 jaar/lineair: 0,75%
Ultimo 2017 waren de daadwerkelijke tarieven als volgt:
- looptijd 1 jaar: -0,30%
- looptijd 5 jaar/fixe: 0,25%
- looptijd 10 jaar/fixe: 0,95%
- looptijd 10 jaar/lineair: 0,50%
De in 2016 afgegeven verwachting voor 2017 lag gemiddeld genomen zo'n 0,3 procentpunt hoger dan de op dat moment geldende rentetarieven. De vermogensbeheerder verwacht voor 2018 dat de rente gaat stijgen met 0,25% tot 0,50%. Redenen zijn de aantrekkende economie, met een oplopende inflatie, en de afbouw van het obligatie-opkoopprogramma door de Europese Centrale Bank (ECB).
Hieronder is een overzicht opgenomen van de per balansdatum (31 december 2017) verstrekte leningen in het kader van het onderling lenen. Het behaalde rendement over de uitgezette leningen bedroeg in 2017 totaal 0,70% over een gemiddeld uitstaand bedrag van € 26 mln.
Tabel 4.2: Onderling verstrekte leningen aan gemeenten
Oorspronkelijke hoofdsom | Oorspronkelijke looptijd (maanden) | Percentage | Einddatum | |
Gorinchem | 8,0 | 96 | 1,100 | 17-07-2022 |
Heemskerk | 7,0 | 120 | 0,495 | 10-03-2025 |
Veenendaal | 11,0 | 120 | 0,590 | 27-05-2025 |
Meierijstad | 5,0 | 120 | 0,695 | 05-01-2026 |