schatkistbankieren en onderling lenen
In 2014 is het schatkistbankieren, het verplicht aanhouden van onze overtollige middelen bij het Rijk, ingevoerd. Het schatkistbankieren brengt lage rendementen met zich mee. In de eerste helft van 2017 was er nog sprake van een oplopende liquiditeitenomvang; in de twee helft van dit jaar liep de omvang terug, mede als gevolg van een aantal grotere investeringsprojecten. Naar verwachting zet deze beweging de komende jaren door. Mede als gevolg hiervan is het onderling lenen (aan andere overheden) voorlopig opgeschort. De bestaande uitgezette leningenportefeuille is dan ook niet verder uitgebreid.
Rentetarieven (voor decentrale overheden bij schatkistbankieren)
Het gehele jaar door bedroeg de vergoeding voor saldi aangehouden in rekeningcourant 0,0%. Bij deposito’s met een looptijd tot 7 jaar was de rentevergoeding nihil. Bij deposito’s met een looptijd langer dan 7 jaar was er wel sprake van een rentevergoeding. Bij deposito’s met een looptijd van 30 jaar schommelde de vergoeding rond de 1,25% (met een bandbreedte tussen 1,10% en 1,35%).
Geld- en Kapitaalmarkt
Zowel voor kort- als langlopende uitzettingen lieten de vergoedingen wederom historisch lage standen zien. De 3-maands Euribor bewoog zich nagenoeg het gehele jaar rond de -0,325%. De 10-jaars lening Nederlandse Staat was volatieler en kende uitschieters van 0,8% aan de bovenkant en 0,3% aan de onderkant. Het gemiddelde niveau over het gehele jaar bedroeg circa 0,5%.