A. Algemene dekkingsmiddelen
Conform de voorschriften van het BBV volgt hieronder een specificatie van de algemene dekkingsmiddelen.
Tabel 2.4: Algemene dekkingsmiddelen (baten)
Rekening 2016 | Begroting 2017 ontwerp | Begroting 2017 na wijziging | Rekening 2017 | Verschil | |
Provinciefonds | -97.932 | -93.149 | -93.820 | -94.278 | 458 |
Opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB) | -51.846 | -52.768 | -69.268 | -69.836 | 568 |
Dividend (zie tabel 2.5) | -1.266 | -221 | -478 | -488 | 10 |
Saldo rente (zie tabel 2.6) | -4.142 | -408 | -408 | -426 | 18 |
Totaal algemene dekkingsmiddelen | -155.186 | -146.546 | -163.973 | -165.027 | 1.054 |
Bedragen x €1.000
Tabel 2.5: Specificatie algemeen dekkingsmiddel: dividend
Rekening 2016 | Begroting 2017 ontwerp | Begroting 2017 na wijziging | Rekening 2017 | Verschil | |
Alliander | -39 | -37 | -37 | -48 | 11 |
Enexis | -24 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afvalzorg Holding N.V. | -125 | -125 | -125 | -125 | 0 |
Bank Nederlandse Gemeenten | -77 | -43 | -123 | -123 | 0 |
Vitens | -17 | -12 | -12 | -15 | 3 |
Overig (afwikkelingsverschillen) | -984 | -5 | -181 | -177 | -4 |
Totaal dividend | -1.266 | -221 | -478 | -488 | 10 |
Bedragen x €1.000
Tabel 2.6: Specificatie algemeen dekkingsmiddel: rente
Rekening 2016 | Begroting 2017 ontwerp | Begroting 2017 na wijziging | Rekening 2017 | Verschil | |
Rente provincie | -202 | -175 | -175 | -183 | 8 |
Overige rentebaten | -255 | -233 | -233 | -243 | 10 |
Bespaarde rente | -3.684 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal rente | -4.142 | -408 | -408 | -426 | 18 |
Bedragen x €1.000
Voor een analyse van de verschillen tussen begroting na wijziging en de rekening 2017 wordt verwezen naar de toelichting op de middelen in onderdeel II Programmaverantwoording bij programmaonderdeel 8.3 Algemene dekkingsmiddelen.
B. Kosten van overhead
De provincie Flevoland verantwoordt alle apparaatskosten (personeel en materieel) op het programmaonderdeel 8.5 Bedrijfsvoering. Met ingang van de Jaarstukken 2017 moet in de jaarrekening een overzicht worden opgenomen van de gerealiseerde overheadkosten. Overhead betreft de totale apparaatskosten na aftrek van het personeel dat direct aan de taakvelden moet worden toegerekend. De provincie hanteert hiervoor de door de commissie BBV vastgestelde definitie. De kosten voor de overhead zijn in onderstaande tabel gespecificeerd.
Tabel 2.7: Specificatie kosten van personele- en materiële overhead
Begroting 2017 ontwerp | Begroting 2017 na wijziging | Rekening 2017 | |
Totaal personeel en organisatie (product 8.5.1) | 32.608 | 35.192 | 32.644 |
Af: direct personeel | -16.988 | -16.988 | -16.038 |
Saldo personeel en organisatie indirect | 15.620 | 18.204 | 16.606 |
Financiën (product 8.5.2) | 37 | 83 | 77 |
Communicatie (product 8.5.3) | 101 | 101 | 63 |
Bestuurlijk-juridische zaken (product 8.5.4) | 214 | 338 | 250 |
Facilitaire zaken en financiële administratie (product 8.5.5) | 6.141 | 7.374 | 6.794 |
Informatievoorziening (product 8.5.6) | 5.432 | 5.701 | 4.432 |
Totale kosten overhead | 27.545 | 31.801 | 28.222 |
Bedragen x €1.000
Uit de verhouding tussen ingezet personeel op directe taken en op (indirecte) ondersteunende taken, volgens de definities van het BBV, is de verhouding voor personele overhead berekend (tabel 2.8).
Tabel 2.8: Specificatie kosten van personele- en materiële overhead
Begroting 2017 ontwerp | Begroting 2017 na wijziging | Rekening 2017 | |
Personele lasten indirect (ondersteunend) personeel | 11.367 | 11.367 | 11.187 |
Personele lasten direct personeel | 16.988 | 16.988 | 16.038 |
Personele overhead in % | 40 | 40 | 41 |
Bedragen x € 1.000
C. Heffing vennootschapsbelasting
Voor zover de provincie ondernemersactiviteiten verricht is de provincie Vennootschapsbelastingplichtig. Dit betreft vooralsnog enkel de activiteiten in de verbonden partij Airport Garden City C.V. Op basis van de voorlopige jaarcijfers is er in 2017 geen fiscale winst gerealiseerd en is er geen sprake van heffing voor de vennootschapsbelasting.
D. Incidentele lasten en baten
Op basis van de voorschriften in het BBV is hieronder een tabel opgenomen waarin per programma de incidentele en structurele baten en lasten zijn weergegeven. Op basis van deze gegevens, welke in bijlage 3 verder worden gespecificeerd, kan worden geconcludeerd dat er in 2017 sprake is van een materieel structureel evenwicht, aangezien de totale structurele baten hoger liggen dan de totale structurele lasten. Het kengetal structurele exploitatieruimte, welke is opgenomen onder 1.3 Financiële kengetallen, is gebaseerd op onderstaande verdeling van baten en lasten.
Tabel 2.9: Incidentele en structurele lasten en baten (inclusief reservemutaties)
Incidenteel | Structureel | Totaal | |
Lasten per programma | |||
1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en waterbeleid | 614 | 1.947 | 2.561 |
2 Landelijk gebied en natuur | 105 | 8.766 | 8.871 |
3 Economie | 1.273 | 3.422 | 4.695 |
4 Cultuur, samenleving en sport | 4.429 | 6.293 | 10.722 |
5 Energie, milieu en klimaat | 137 | 7.124 | 7.262 |
6 Mobiliteit | 481 | 70.474 | 70.956 |
7 Gebiedsontwikkeling | 546 | 20.411 | 20.958 |
8 Kwaliteit openbaar bestuur | 1.785 | 51.126 | 52.911 |
Totaal lasten | 9.370 | 169.565 | 178.936 |
Baten per programma | |||
1 Ruimtelijke ontwikkeling en waterbeleid | 0 | -633 | -633 |
2 Landelijk gebied en natuur | 38 | -13 | 25 |
3 Economie | 0 | 0 | 0 |
4 Cultuur, samenleving en sport | 0 | 0 | 0 |
5 Energie, milieu en klimaat | 0 | -649 | -649 |
6 Mobiliteit | -285 | -34.219 | -34.503 |
7 Gebiedsontwikkeling | 0 | -1.323 | -1.323 |
8 Kwaliteit openbaar bestuur | -224 | -169.035 | -169.259 |
Totaal baten | -471 | -205.871 | -206.342 |
Saldo van lasten en baten | 8.899 | -36.306 | -27.406 |
Stortingen in reserves | 36.467 | 46.212 | 82.678 |
Onttrekkingen aan reserves | -51.183 | -11.289 | -62.473 |
Saldo van stortingen en onttrekkingen reserves | -14.717 | 34.922 | 20.206 |
Gerealiseerd resultaat | -5.817 | -1.383 | -7.201 |
Bedragen x €1.000
E. EMU-Saldo
Het EMU-saldo is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de collectieve sector (Rijk, medeoverheden en sociale fondsen). Het EMU-saldo wijkt af van het begrip exploitatiesaldo waarmee gemeenten en provincies werken. Het verschil zit onder meer in een andere behandeling van investeringen, afschrijvingen en voorzieningen. Over de hoogte van het EMU-tekort zijn binnen Europa afspraken gemaakt. De Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) is de Nederlandse uitwerking van de Europese afspraken ten aanzien van de overheidsfinanciën. Deze wet moet de begrotingsdiscipline op nationaal- en decentraal niveau waarborgen.
Referentiewaarden EMU-saldo
Het toegestane EMU-tekort voor medeoverheden (gemeenten, provincies en waterschappen) wordt de macroreferentiewaarde genoemd en bedraagt in 2017 totaal 0,3% van het bruto binnenlands product.
Sinds 2016 wordt de EMU-tekortruimte niet nader verdeeld over gemeenten, provincies en waterschappen, met het gevolg dat ook voor 2017 geen referentiewaarden op het niveau van de provincie(s) beschikbaar is.
Tabel 2.10: Bijdrage aan EMU-saldo 2017
Rekening 2016 | Begroting 2017 ontwerp | Rekening 2017 | |
exploitatiesaldo voor mutaties reserves (- = tekort) | 52.997 | 30.509 | 27.406 |
+ afschrijvingen ten laste van exploitatie | 3.123 | 3.767 | 6.292 |
+ dotaties aan voorzieningen ten laste van exploitatie | 11.365 | 12.598 | 14.504 |
- investeringen in vaste activa | -25.829 | -71.599 | -45.447 |
+ bijdragen van derden in investeringen | 13.660 | 21.521 | 10.514 |
- betalingen ten laste van voorzieningen | -7.363 | -14.261 | -11.052 |
Bijdrage aan EMU saldo (- =tekort verhogend) | 47.953 | -17.465 | 2.217 |
Bedragen x €1.000
Het EMU saldo is € 2,2 mln. positief en daarmee positiever dan in de Ontwerpbegroting 2017 werd voorzien. In 2017 hebben diverse begrotingswijzigingen plaatsgevonden die op het EMU-saldo van invloed zijn geweest.
Het grootste verschil (ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2017) zit in de gerealiseerde investeringen in vaste activa. De gerealiseerde investeringen in infrastructuur en gebiedsontwikkeling zijn lager dan initieel begroot, voornamelijk als gevolg van een aangepaste fasering van een aantal grote projecten. Hierdoor zijn eveneens de bijdragen van derden in investeringen lager dan initieel begroot. Voor een nadere toelichting op deze projecten wordt verwezen naar programma 6 en 7 in onderdeel II Programmaverantwoording.
F. Verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen en overzicht per taakveld
Op grond van de voorschriften van het BBV bestaat de jaarrekening tevens uit de volgende bijlagen:
- een bijlage met het overzicht van de gerealiseerde baten en lasten per taakveld;
- de bijlage met de verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen (SiSa-bijlage).
Deze bijlagen zijn opgenomen als respectievelijk bijlage 2 en 4.