Jaarverslag 2017

Onderhoud kapitaalgoederen

Beleidskader ten aanzien van het onderhoud

Beleidskader ten aanzien van het onderhoud

Infrastructuur
Voor alle onderdelen van de provinciale infrastructuur zijn medio 2013 de Strategische Uitvoeringsplannen (SUP’s) vastgesteld door het college. De SUP’s zijn een middel om keuzes over het niveau van beheer en onderhoud voor de komende jaren inhoudelijk en procesmatig te concretiseren. De SUP’s hebben een looptijd van maximaal 5 jaar en beschrijven uniform het onderhoud per thema: het beleid, het areaal, de functies, de keuzemogelijkheden en de kosten. Deze SUP’s zijn verwerkt in de Koepelnota Integraal Infra Beheerplan, waarin de kwaliteitsniveaus zijn gerelateerd aan de toekomstige onderzoeksbudgetten. Op 29 januari 2014 hebben Provinciale Staten onderhoudsniveaus vastgesteld op basis van de SUP’s.

In totaal zijn zes strategieën (SUP’s) opgesteld:

  • Weginfrastructuur;
  • Kunstwerken;
  • Groen langs provinciale wegen;
  • Openbare verlichting;
  • Verkeersregelinstallaties en andere sturingsmiddelen verkeersstromen;
  • Vaarwegen.

Binnen de SUP’s zijn verschillende onderdelen benoemd. Per onderdeel is een onderhoudsniveau vastgesteld. We maken onderscheid in 3 verschillende niveaus:

  • minimumniveau (kostenefficiënt, voldoet aan wat wettelijk is vastgelegd en wordt zodanig uitgevoerd dat schadeclaims worden geminimaliseerd);
  • basisniveau (minimumniveau aangevuld met maatregelen die overlast voor gebruikers beperken);
  • plusniveau (basisniveau aangevuld met maatregelen die de kwaliteit van de infrastructuur voor de gebruikers verhoogt).

In de programmabegroting wordt jaarlijks weergegeven wat de vastgestelde ambitieniveaus per onderdeel zijn, zoals deze voortvloeien uit de SUP’s.

Staat van onderhoud
Als definitie voor achterstallig onderhoud hanteren we: onderhoud dat niet op tijd is uitgevoerd waardoor een onderhoudsrichtlijn is overschreden en niet wordt voldaan aan het gestelde kwaliteitsniveau. In 2017 zijn vrijwel alle kwaliteitsniveaus gehaald. Uitzonderingen zijn de kwaliteitsniveaus voor Bomen en Oeverconstructies. Maatregelen om de gestelde kwaliteitsniveaus te bereiken zijn geprogrammeerd in het Meerjarenprogramma Beheer en Vervanging Infrastructuur (MBVI).

De provincie Flevoland conformeert zich als weg- en vaarwegbeheerder aan de wettelijke vereisten, maar ook aan het voorkomen van claims en onveilige situaties. Dit gebeurt enerzijds door regelmatige controle van het provinciale areaal door de provinciale toezichthouders op allerlei aspecten waaronder staat van onderhoud en verkeersveiligheid. Mocht een verkeersonveilige situatie zich voordoen dan kan en wordt direct ingegrepen. Tevens worden, door uitvoering te geven aan het MBVI, onder andere verkeersveiligheid bevorderende maatregelen genomen.

Doorlopend onderzoek is nodig om te controleren of het provinciale areaal voldoet aan de met Provinciale Staten afgesproken kwaliteitsniveaus per thema. Gedurende 2017 zijn Provinciale Staten geïnformeerd over de voortgang van het MBVI. Dit is gebeurd bij de begroting en jaarrekening op basis van de vastgestelde prestatie-indicatoren:

  • verkeersveiligheid (percentage van de provinciale wegen welke zijn voorzien van verkeersveiligheid bevorderende maatregelen en percentage van de provinciale wegen welke bij gladheid binnen 4,5 uur zijn gestrooid);
  • kwaliteit wegen (percentage van de provinciale wegen welke ten minste het onderhoudsniveau minimum heeft);
  • kwaliteit kunstwerken (percentage van de provinciale kunstwerken welke ten minste het onderhoudsniveau basis heeft);
  • kwaliteit oeverconstructies (percentage van de provinciale oeverconstructies welke ten miste het onderhoudsniveau minimum heeft);
  • doorstroming vaarwegen (aantal sluizen waarbij de schuttijd meer dan maximaal 1,25 keer de normschuttijd (in minuten) bedraagt).

Alle indicatoren zijn terug te vinden in Programma 6 Mobiliteit.

Provinciehuis en vestigingen

In 2013 is door Provinciale Staten het Meerjaren Onderhoudsplan Provinciehuis (MJOP) voor de periode 2014 tot en met 2017 vastgesteld. Met dit plan wordt gewaarborgd dat het gebouw, en de daarin aanwezige installaties en apparatuur op een goede wijze worden beheerd, geëxploiteerd en onderhouden. In het plan zijn een 3-tal zaken geïnventariseerd, namelijk het jaarlijks onderhoud, het meerjaren ofwel niet-jaarlijks onderhoud en de vervangingsinvesteringen. Het MJOP 2013-2017 is na dit boekjaar afgerond. In 2017 hebben Provinciale Staten het MJOP voor de periode 2018 tot en met 2021 vastgesteld.

Het jaarlijks onderhoud is nodig om de bedrijfszekerheid van het gebouw en de installaties te waarborgen, de veiligheid te kunnen garanderen en de uitstraling van het gebouw in stand te houden. Tevens wordt dit onderhoud uitgevoerd om te voldoen aan wet- en regelgeving (bijvoorbeeld ARBO en NEN) en verzekerd te zijn van ondersteuning van de leverancier (bijvoorbeeld garantiebepalingen).

Het meerjaren onderhoud betreft het niet reguliere en groot onderhoud aan het gebouw, de installaties, apparatuur en inrichting. Dit onderhoud omvat onder andere schilderwerk, vervanging van verlichtingsarmaturen, zonwering en dakbedekking. De uitvoering vindt plaats variërend tussen 5 en 20 jaar, afhankelijk van de voorgeschreven vervangingstermijn. De normering die het Rijk hanteert voor dit type gebouwen is hierbij de leidraad.

In het MJOP zijn de vervangingsinvesteringen meegenomen. De vervanging is begroot op basis van de economische levensduur (afschrijvingstermijn), maar op het beslismoment van de feitelijke vervanging wordt ook bezien of het investeringsgoed langer mee kan. De afschrijvingstermijnen voor de investeringen zijn vastgelegd in de Financiële verordening provincie Flevoland. Voorbeelden hiervan zijn de vervanging van de audiovisuele installaties, meubilair en keuken.

De lasten van het jaarlijks onderhoud zijn opgenomen in de exploitatie. Het meerjaren onderhoud wordt rechtstreeks ten laste van de daarvoor gevormde voorziening gebracht. Om de voorziening op het juiste peil te houden, worden hieraan jaarlijks middelen toegevoegd.
Het jaarlijks onderhoud aan het provinciehuis, alsmede de jaarlijkse toevoeging aan de voorziening Niet jaarlijks onderhoud Provinciehuis, maken onderdeel uit van de kosten van de bedrijfsvoering.

Bij de Perspectiefnota 2017-2021 is met betrekking tot het onderhoud van de vestigingen in Zeewolde, Dronten en Emmeloord een planmatige aanpak naar analogie van het Provinciehuis vastgesteld. Bij besluitvorming zijn eenmalig middelen aan de voorziening Niet jaarlijks onderhoud Vestigingen toegevoegd. Daarnaast wordt jaarlijks een bedrag in deze voorziening gestort.

Voormalig Nieuw Land Erfgoedcentrum

De provincie heeft per 1 juli 2017 een deel van het vastgoed van het Nieuw Land Erfgoedcentrum overgenomen van de Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Nieuw Land. Om de conditie van dit vastgoed te waarborgen is een voorziening gevormd voor het uitvoeren van het niet-jaarlijks onderhoud (voorziening Niet jaarlijks onderhoud NLE). Deze is bij de overname van het vastgoed gevoed met € 602.000, welke over is gekomen uit de hiervoor bestemde voorziening bij de latende partij. Daarnaast wordt jaarlijks € 180.000 in deze voorziening gestort. Ook voor dit pand geldt dat er sprake is van een 3-tal typen uitgaven: naast het meerjaren ofwel niet-jaarlijks onderhoud wordt er onderscheid gemaakt tussen het reguliere jaarlijks onderhoud en de vervangingsinvesteringen.